Robot speurt naar aardappelopslag
Aardappelen die na de oogst op het land achterblijven, vormen het jaar erop een lastig onkruid in andere gewassen. Het bestrijden deze ‘aardappelopslag’ kost akkerbouwers veel tijd en geld. Gelukkig lijken robots dit werk te kunnen overnemen. De startup Trabotyx werkte in Drenthe aan een prototype.
Een lichtgewicht robotje, dat tegen een concurrerende prijs aardappelopslag in bijvoorbeeld suikerbieten kan bestrijden. Akkerbouwer Jan Reinier de Jong uit Odoorn zag dat al helemaal voor zich, toen hij aan de praat kwam met Tim Kreukniet, oprichter van de startup Trabotyx. Kreukniet wilde in 2020 zijn kennis rond autonome voertuigen inzetten in de landbouw, samen met zijn zakenpartner Mohamed Boussama, een boerenzoon uit Tunesië. “Ik heb mij daarvóór tien jaar lang beziggehouden met elektrisch vervoer in de VS en Nederland”, vertelt de ondernemer. “Eigenlijk hadden we onze zinnen gezet op het ontwikkelen van een voertuig dat volledig mechanisch onkruid gaat bestrijden, in de biologische landbouw. Maar toen kwam ik Jan Reinier tegen. Die zei: wat doe je voor gangbare telers? Biologisch is maar 5 procent van de markt. Kun je ons niet helpen verduurzamen?”
Het leidde tot het plan voor het ontwikkelen van een zelfrijdend wagentje met camerasysteem, dat geheel zelfstandig aardappelopslag kan opsporen en bestrijden. “Liefst zou je dat chemievrij doen. Maar in het geval van aardappelopslag is dat erg moeilijk. Als je een aardappel afsnijdt, dan groeit hij weer verder. Vandaar dat we zijn gaan werken aan een precisiespuit. Op die manier bereik je met een minimale inzet van chemie je doel.”
Foto: Tim Kreukniet
Leergeld
Met een subsidie van de Provincie Drenthe, en met hulp van lokale expertise, gingen Kreukniet en zijn zakenpartner aan de slag. Een basis voor de robot hadden ze al, die hebben ze verder doorontwikkeld om hem geschikt te maken voor de aardappelteelt. Studenten van Terra hielpen bij het verwerken van de data, de Drentse spuitenbouwer CHD uit Ter Apel adviseerde over de spuittechniek. “De nadruk lag voor ons op de dataverwerking: het leren aan de software wat een suikerbiet is, wat een aardappel en wat onkruid. Het samenstellen van die algoritmes was nog best ingewikkeld”, blikt Kreukniet terug. “We hebben veel praktisch leergeld betaald. Robots doen het goed in een gestandaardiseerde omgeving. Dat is een akker natuurlijk niet; die is de ene keer nat, de andere keer droog en de gewassen zijn iedere keer weer ietsje anders van vorm en kleur. Een goede teler speelt van zichzelf in op al die uitzonderingen. Maar een robot moet je dat allemaal leren.”
Doorontwikkelen
Toch lukte het om een werkend exemplaar te presenteren, al bleef het resultaat onvoldoende om al aan een praktijktoepassing te denken. “Ik zoek een lichtgewicht apparaat van 60 tot 70.000 euro dat volcontinu kan spuiten en twee hectare per dag kan doen. Met een minimaal zo goed resultaat als de mens. Dat laatste bleek nog niet mogelijk”, stelt akkerbouwer De Jong vast.
In de tussentijd heeft de concurrentie niet stilgezeten en zijn er al systemen commercieel beschikbaar. Die hangen echter nog achter een grote trekker met bestuurder. Trabotyx gaat wel verder door met het ontwikkelen van een robot, maar niet in combinatie met spuittechniek. “Wij willen ons richten op chemievrije methoden”, zegt Kreukniet. Wel is de opgedane ervaring winst. Dat vindt ook De Jong: “Het is goed dat de provincie geld steekt in technieken die ons minder afhankelijk maakt van chemische middelen.”