Generatiearmoede: in gesprek met Tamara Jones


Tamara Jones is ervaringswerker. Zij helpt met haar persoonlijke ervaring beleidsmakers om beter beleid te bedenken tegen generatiearmoede en sociale uitsluiting. ‘Ik geef workshops om professionals inzicht te geven in wat bestaansonzekerheid betekent. Ik ben met name gericht op hoe herstel werkt.’

Op missie

Bij haar werk heeft Tamara een missie: ‘Ik hoop dat beleidsmakers en bestuurders de inwoners, dus de ervaringsdeskundigen, vanaf het begin mee gaan nemen bij het bedenken van beleid. Vraag aan degene voor wie jij aan het werk bent: ‘Wat heb jij nodig?’ Zo kun je veel beter aansluiten op de wereld waarin iemand leeft.’ Soms kun je als professional moedeloos worden van de vele vraagstukken waar iemand mee te maken heeft. ‘Wij zeggen weleens: armoede is een tienkoppig monster. Dat is lastig. Maar het aanpakken van dat monster, begint altijd met het zien van de mens die daarachter zit.’

Maatwerk en een gemeenschappelijk fonds

En dan nog: als je als professional een keer een goede aanpak hebt bedacht, wil dat nog niet zeggen dat die aanpak ook succes heeft in een andere Drentse gemeente. ‘Je ziet dat de cultuur per woonplaats verschilt. Ook daarom is het belangrijk om te rade te gaan bij de mensen uit de gemeente zelf.’ Maatwerk is dus belangrijk. Dat kost geld en dat is niet in iedere gemeente in even ruime mate voor handen. ‘Gemeentes krijgen geld op basis van het aantal inwoners. Als er in een kleine gemeente relatief veel probleemgezinnen zijn, dan betekent dat gebrek aan budget. Het zou fijn zijn dat die kleine gemeente dan kan putten uit een gemeenschappelijk fonds.’

Intergenerationele armoede

‘Ik ben opgeleid in het ‘intergenerationele stuk’. Je ziet vaak dat armoede van generatie op generatie doorgegeven wordt. Opgroeien in een bestaansonzekere situatie betekent opgroeien in een bepaalde cultuur, in een moeilijke, maar op een bepaalde manier vertrouwde omgeving. Hoe ontworstel je je daaraan? Hoe kom je aan de vaardigheden die je nodig hebt om een stap te zetten? En als je dat doet, wat betekent dat dan voor je relatie met je familie? Als je dit soort vragen stelt, zie je ook dat het niet alleen gaat om een financieel vraagstuk.’

Tamara weet uit ervaring hoe het is om op te groeien in een onveilige omgeving.‘Ik groeide op in een kwetsbare, onveilige situatie. Bestaanszekerheid wordt vaak bekeken alsof het alleen om financiële armoede gaat, maar het gaat om meer dan dat. Het gaat ook om het gebrek aan liefde, aan veiligheid, gezond eten.’ Vanuit haar verleden is ze ook gedreven om juist van betekenis te zijn bij het project ‘een goede start.’

Een goede start

‘We zijn in Drenthe en Groningen voorlopers bij het werken met gezinnen in kwetsbare situaties. Daar ben ik heel trots op. Er zijn nu gemeenten die een aparte pot hebben geregeld waaruit de tegemoetkoming voor de ‘eigen bijdrage’ voor de kraamzorg betaald kan worden. Er zijn situaties waarin gezinnen daardoor minder gebruik van kraamzorg. Dat is ongewenst omdat de inzet van kraamzorg een positief effect heeft op een kansrijke start. Door deze faciliteit scheelt dit weer een hoop stress in de eerste levensweken van een baby. We hebben in het Noorden inmiddels een netwerk weten te bouwen rondom de geboortezorg, waarbij iedereen de schotten heeft laten zakken. Het sociale en het medische domein hebben nauw contact. De zorg rondom de geboorte van kinderen in kwetsbare situaties begint al voor de conceptie en loopt door tot de kinderen een jaar of 5 zijn.’

Rechten van het kind

‘Als je kijkt naar de rechten van het kind, dan doen wij het in Nederland niet zo goed. Er zijn kinderen die te maken hebben met huiselijk geweld, seksueel misbruik, een vechtscheiding. Nog te vaak staan er mensen omheen, ook professionals, die niet ingrijpen. Dat heeft soms te maken met een gebrek aan kennis. Maar heel vaak ook blijft iemand afzijdig omdat er geen aanbod is voor het gezin in kwestie. We hebben nu eenmaal een tekort aan mensen. En we hebben dus met z’n allen iets te doen.’

Je kunt een gezin in beweging brengen door met de ouders aan de slag te gaan. Tamara: ‘Maar soms zijn ouders minder leerbaar, waardoor het kind ook tot stilstand komt. Daarom zeggen wij dat je vanaf het moment dat kinderen een jaar of vijf zijn, kun je ook aan hen kunt vragen wat ze nodig hebben!"