Onderzoek N-mineralisatie bij scheuren gras


Hoeveel stikstof komt er nou echt vrij bij het scheuren van jong en oud grasland? En wanneer? Dit zijn onderwerpen van stevige discussie en ze maken dat het scheuren van grasland doorlopend onder vuur ligt. Tot nu toe wordt aangenomen dat hoe ouder het grasland is hoe meer stikstof er mineraliseert. Maar is dat wel zo? In Drenthe wordt gekeken of dit werkelijk zo is, hoe groot deze verschillen zijn en wanneer stikstof vrijkomt.

Twee proeven

Er staan hiervoor twee proeven in de ankers: de proef ‘winter-voorploegen’ en de ‘scheurproef van jong en oud grasland’. Het doel? Een aanzet tot gedegen wetenschappelijk onderzoek naar dit onderwerp. En wat betekent dat op dit moment voor u? Voor u is het vooral goed te weten dat er óók vanuit deze samenwerkingspartners wordt gewerkt aan heldere cijfers om wetgeving op te baseren.

Scheurproef jong en oud grasland

Een demoproef in samenwerking met akkerbouwer Robin Bouwmeester uit Wijster moet een eerste aanzet tot enig inzicht over de mineralisatie van stikstof na scheuren opleveren. De N-mineralisatie na scheuren van gras wordt vergeleken tussen een perceel jong grasland (2-jarig gras) en een ouder perceel (6 á 7 jaar oud).

Wie is betrokken?

De scheurproeven in Drenthe vallen onder een deelprogramma van het IBP-VP Drents Plateau en sluiten aan bij het provinciale programma ‘Duurzame melkveehouderij’. Betrokken partijen bij de scheurproeven zijn het Drents Agrarisch Jongeren Kontakt (DAJK), DLV Advies en Wageningen Research Open Teelten (WUR). Zij voeren het project uit in nauw overleg met de provincie Drenthe, het Rijk en de Waterschappen Hunze en Aa’s en Drents Overijsselse Delta.

Proefopzet

Op beide percelen wordt een proefvak gemarkeerd  van 9 x 30 m op een representatieve plek in het perceel. Vlak voor het vernietigen van de grasmat wordt in het midden van het proefvak een monster genomen van het profiel van 0-90 cm waarbij er van drie lagen, per laag een N min monster genomen wordt. Vervolgens worden er pootaardappels verbouwd zonder aanvullende N bemesting. Als het gewas oogstrijp is, worden er uit het proefvak met de opbrengstbepaling 4 monsters gerooid van 2 rijen breed en 12 meter lang. Deze monsters worden gewogen, het onderwatergewicht wordt bepaald en de knollen geanalyseerd om de hoeveelheid N die afgevoerd wordt te bepalen.

Als laatste wordt er in november nog een N min monster genomen van 3 lagen over het profiel 0-90 cm om de achtergebleven hoeveelheid stikstof in de bodem te kunnen bepalen. Op het proefvak wordt geen vang- of volggewas gezaaid tot de laatste N min bepaling.

Op basis van deze metingen hopen we via een balansmethode inzicht te krijgen in de hoeveelheid stikstof die vrij komt uit de gescheurde zode van jong en ouder grasland.

Proef Wintervoorploegen

In Wijster is ook al gestart met de andere proef. Het ‘Wintervoorploegen op zand’. Hierbij gaat het om het effect van vroeger scheuren van gras. In hoeverre heeft die timing invloed op de mineralen die beschikbaar komen voor de plant, die later op het grasland groeit? Giske Warringa, proejectleider van het project ‘Samenwerking Akkerbouw en Veehouderij’ legt uit wat er wordt bijgehouden. We letten op het moment van vrijkomen van de mineralen, de mate van vertering van de graszode en de aanwezigheid van onkruiden tijdens de volgteelt.”

Net als vroeger

Waar komt de term Wintervoorploegen eigenlijk vandaan? Die komt uit het verleden. 'Vroeger werd gras gescheurd zonder middelen, en dat gebeurde – de naam zegt het al – dan vaak middenin de winter', legt Giske  Warringa uit. Het idee om eerder te scheuren, komt voort uit het feit dat de programmadeelnemers in Drenthe hebben nagedacht over efficiënter gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Hierbij kwam ook het gebruik van glyfosaat op tafel en een eventueel verbod op dit gewasbeschermingsmiddel met bijbehorende twijfel over de goede vertering van de graszode wanneer deze in het voorjaar wordt vernietigd.

In de winter scheuren

Vandaar dat nu wordt teruggegrepen op de oude methode en ze op het praktijkbedrijf bij akkerbouwer Robin Bouwmeester al in januari gras hebben gescheurd. De proef is aangelegd in een aantal kleine stroken. Giske: 'Op zand mag gras momenteel pas vanaf 1 februari gescheurd worden, vanwege het risico op uitspoeling. Daarom is voor deze proef een wettelijke vrijstelling aangevraagd.'

Drie vragen centraal

Samengevat staan bij de proef met het wintervoorploegen drie vragen centraal:

  • Nagaan of wintervoorploegen, zonder voorbehandeling met glyfosaat, bij graslandscheuren leidt tot een ander middelengebruik in de aardappelteelt;
  • Nagaan wanneer de stikstof vrij komt voor het volggewas en wat zodoende het effect is van wintervoorploegen op de nitraatuitspoeling bij tijdelijk grasland gevolgd door pootgoedteelt;
  • Nagaan of wintervoorploegen zonder gebruik van glyfosaat zorgt voor voldoende vernietiging van onkruiden (onder andere kweek) en een goede vertering van de graszode. Een goede vertering leidt tot minder verontreiniging van de aardappeloogst met grasresten.

IMG-20200331-WA0004
IMG-20200331-WA0002